Nieuwe champignonrassen moeten beter beschermd worden

november 1, 2014

Onlangs is bij Plant Research International (PRI ), Wageningen UR Plantenveredeling een werkgroep opgericht om te komen tot een betere bescherming van nieuwe champignonrassen. De activiteiten van deze groep zijn in eerste instantie gericht op het genereren van consensus binnen de broedproducenten om het gebruik van fertiele sporen voor het verbeteren van rassen te beschouwen als het maken van afgeleide rassen. Voor dit doel heeft de groep een position paper voor de paddenstoelsector samengesteld. De groep bestaat uit Amycel, Sylvan, Limgroup en onderzoeksgroepen van INRA Bordeaux en van Wageningen UR.

Nuttige aanpassingen champignonrassen
Gedurende de laatste 35 jaar zijn rassen verbeterd door kleine veranderingen aan te brengen in de eerste hybriden die rond 1980 op de markt zijn gekomen. Deze kleine aanpassingen zijn gemaakt door gebruik te maken van de bijzondere levenscyclus van de champignon. De meeste sporen van de champignon kunnen elk weer paddenstoelen produceren (de zogenaamde fertiele sporen). Een ras dat op deze manier gegenereerd wordt lijkt sterk op het ras waaruit de sporen zijn geïsoleerd. Het testen van dit soort nakomelingen kan dus gebruikt worden om kleine veranderingen aan te brengen in bestaande rassen. De aanpassingen die op deze manier zijn gedaan aan de eerste rassen gedurende de laatste 35 jaar hebben de kwaliteit en opbrengst enigszins verbeterd en zijn dus nuttig geweest. Echt nieuwe eigenschappen zijn niet geïntroduceerd. Alle huidige witte rassen zijn gevoelig voor dezelfde ziekten, hebben dezelfde smaak en zijn vergelijkbaar in uiterlijk, kwaliteit en opbrengst.

Aanpassingen met gebruik van sporen
Er kunnen nieuwe eigenschappen in rassen geïntroduceerd worden door gebruik te maken van genetisch verschillende (vaak wilde) lijnen. Deze lijnen vertonen een grote variatie in eigenschappen en kunnen dus goed gebruikt worden om rassen met echt nieuwe eigenschappen te maken. Er zijn tal van voorbeelden bij andere gewassen waar nieuwe rassen weer nieuwe business gegenereerd hebben en hebben gezorgd voor een groter aandeel in de voedingsindustrie. Hoewel het maken van nieuwe rassen mogelijk is middels uitkruisen met wilde lijnen is de investering die dit vergt aanzienlijk. Zoals hierboven al beschreven, kunnen in een nieuw ras makkelijk kleine aanpassingen aangebracht worden door gebruik te maken van sporen. Deze aanpassing kost aanzienlijk minder tijd en dus investering dan het introduceren van nieuwe eigenschappen middels uitkruising. Dergelijke afgeleide rassen kunnen het eerste ras makkelijk van de markt verdrijven waardoor de investering van de eerste veredelaar nauwelijks kan worden terugverdiend.

Bescherming paddenstoelrassen
Net zoals bij planten, kunnen ook paddenstoelrassen beschermd worden in de meeste landen dankzij de International Convention for the Protection of New varieties of Plants (UPOV). In de in 1991 aangepaste conventie zijn ook afgeleide rassen opgenomen (zogenaamde EDV’s – Essentially Derived Varieties). Deze zijn gedefinieerd als rassen die voornamelijk zijn afgeleid van een origineel ras, onderscheidend zijn van het origineel ras, maar anderzijds erg sterk lijken op het origineel ras. Volgens deze definitie moeten fertiele sporen van champignons (die in staat zijn om elk weer paddenstoelen te maken) beschouwd worden als afgeleide rassen (EDV’s). Een waterdichte definitie van EDV is echter vaak moeilijk te maken. Voor een aantal gewassen hebben veredelaars daarom een position paper gemaakt waarin beschreven staat wat als een afgeleid ras beschouwd moet worden. Een veredelaar die een afgeleid ras maakt moet gaan onderhandelen met de eerste veredelaar om een licentie te krijgen voor het vermarkten van dit ras. Op deze manier zal de eerste veredelaar zijn investering terug kunnen verdienen.

Position paper champignons
Om tot een consensus binnen de broedproducenten te komen en om de relevante overheidsinstanties te overtuigen is support van de paddenstoelsector nodig. De werkgroep heeft een zogenaamde position paper gemaakt waarin wordt uitgelegd wat als een EDV moet worden beschouwd bij champignons en dat een veredelaar van een dergelijke EDV moet onderhandelen met de eerste veredelaar voor een licentie. De definitie van EDV voor champignons in de position paper moet beschouwd worden als een speciaal geval van EDV en is een eerste stap om tot een bredere definitie te komen van EDV voor eetbare paddenstoelen.

Bron: Plant Research International (PRI Plant Research International (PRI) ), Wageningen UR Plantenveredeling

Laatste editie

Paddestoelen Finale

Nieuwsbrief inschrijven


Volg ons