Nieuwe kijk op champost

mei 8, 2008

Champost viel tot 1 januari 2006 buiten de Minasaangifte en binnen het Besluit Overige Organische Mestsoorten. Maar Minas is afgeschaft en ‘Brussel’ ziet de meststof niet als organische maar als dierlijke mest, met alle gevolgen van dien. Stan Verstegen zet de zaak nog eens op een rijtje.

Sinds de invoering van de nieuwe mestwetgeving per 1 januari telt champost als dierlijke mest. Dat betekent dat het stikstofgehalte voor de werkingscoëfficiënt van 25 procent meetelt binnen het systeem van gebruiksnormen en fosfaat voor 100 procent. Vanaf 1 september 2008 gelden bovendien de uitrijregels. Als tegemoetkoming mag in de herfst en winter van 2006 en 2007 nog champost worden uitgereden op zand- en lössgrond. Het mengsel van stro, paardenmest, kippenmest en gips hoeft daarbij niet te worden bemonsterd en gewogen en de vrachtautos die champost vervoeren hoeven geen satellietvolgapparatuur (GPS) te hebben.

In de champignonsector is een verminderde vraag vanuit de akker- en tuinbouw merkbaar, omdat champost meetelt binnen de gebruiksnormen en mestbonnen nodig zijn. Ook de export van champost verloopt door de ‘nieuwe kijk’ moeizamer. Daarom wordt gezocht naar alternatieve afzetkanalen, exportstimulering en versoepeling van exportregels rond bemonsteren en wegen en mogelijkheden voor tijdelijke opslag.

Interim-voorzitter Gerrit van Leeuwen van de vakgroep paddenstoelenteelt van ZLTO noemt het de zoveelste tegenvaller. “Door de extra afzetkosten van gemiddeld 30 duizend euro per bedrijf zullen ondernemers moeten stoppen.” De sector stuurde begin maart een brandbrief naar de Tweede Kamer, maar had rond 10 maart nog geen antwoord. De hoeveelheid champost van de huidige 250 paddenstoelenkwekerijen in Nederland wordt geschat op 800 duizend tot 1 miljoen ton per jaar.

Inspelen op de nieuwe situatie kan het beste door een uitgekiend bemestingsplan. De flyer ‘Mest- en mineralenkennis voor de praktijk’ van DLV en PPO geeft aan dat drijfmestsoorten het eerste jaar een hoge stikstofwerking hebben, maar dat deze niet of nauwelijks bijdragen aan de organische stofvoorziening. Dat geldt voor (vaste) rundveedrijfmest in mindere mate.

Compost en champost leveren juist veel effectieve organische stof. Minder gebruik van champost kan leiden tot verminderde bodemmineralisatie en daling van het organische stofgehalte en zal dus ondervangen moeten worden. Het teeltplan bepaalt de mogelijkheden en de teler de optimale keuze tussen kunstmest, organische mest en dierlijke mest. De kunst is de ruimte tussen wettelijke en landbouwkundige werkingscoëfficiënten optimaal te benutten.

Volgens Gerrit Vereijken van loonwerker Maas in Kessel zijn de kosten van champost onveranderd. “Telers kunnen champost, maar ook drijfmest tegen transportkosten krijgen. Bij uitrijden of injecteren door de loonwerker komt daar het loonwerktarief bij.” Van een verminderde vraag merkt hij nog weinig.

Loonbedrijf Hendrix en Smits in Castenray (vullen en) legen champignoncellen in opdracht van transporteurs. Mariet Hendrix: “Indirect zijn wij bij de afzet betrokken. Wij werken veel samen met transporteur Hofmans uit Millsbeek. Ik hoor dat zij meer champost de grens over brengen, maar ook moeten ze verder weg. Zij merken duidelijk een verminderde vraag in Nederland.”

Dat bevestigt Gerrit van Leeuwen. “De vraagzijde reageert afwachtend, want paddenstoelenkwekers blijken bereid meer te betalen om van hun champost af te komen. In de hoop dat de prijzen verder stijgen, wordt de kat uit de boom gekeken. Maar door het meetellen binnen de gebruiksnormen is ook de concurrentie van compostsoorten groter geworden.”

Plussen en minnen champost

+ Lagere stikstofwerkingscoëfficient dan dierlijke mest
+ Hoger gehalte effectieve organische stof dan dierlijke mest
+ pH-verhogende werking op gronden met lage pH
+ Lagere kosten dan GFT- en groencompost.

– Hogere stikstofwerkingscoëfficient dan GFT- en groencompost
– Lager gehalte effectieve organische stof dan GFT- en groencompost
– pH-verhogende werking op zandgronden met pH’s boven de 6
– Bij toediening kort voor planten kans op zoutschade
– Mogelijke vermeerdering zwartvruchtrot (Stemphyllium vescicarium) bij peer.

Laatste editie

Paddestoelen Finale

Nieuwsbrief inschrijven


Volg ons